Waarom Veertien Achttien?

VEERTIEN ACHTTIEN 000 – 28 juni 2008

INLEIDING

Het waarom van Veertien Achttien, de lange podcast over de Grote Oorlog

Door Tom Tacken

Het lijkt waanzin: vier jaar en vijf maanden lang met de Eerste Wereldoorlog meelopen. 228 maal in een wekelijkse podcast omkijken naar mensen die de Grote Oorlog gevormd hebben, of erdoor misvormd zijn – vaak tot in de dood. Daar moet een obsessie aan ten grondslag liggen, ben ik bang.

Ik ben een Nederlander en hoor dus eigenlijk niet zoveel met 14-18 te hebben. Onze oorlog, dat is deel twee van de wereldoorlog uit de bloedigste eeuw aller eeuwen, de twintigste. Ik had een vader die als puber in 1944 op de slagvelden van Noord-Limburg de identiteitsplaatjes verzamelde van gesneuvelde soldaten en daar de rest van zijn leven spijt van heeft gehad. Ik ben opgegroeid met verhalen over de mof en het monster dat Hitler heette. Maar hoe gaat dat: op een dag hoor je dat die Hitler er al een oorlog op had zitten. Op een dag kom je terecht in West-Vlaanderen, voor het Folkfestival Dranouter, en ontdek je tussen de muziek door twee andere fenomenen: de geneugten van de Belgische bieren en de graven van de Eerste Wereldoorlog.

En voor je erg in hebt, worden die kruizen namen en de jaartallen erop verhalen. 7 juni 1917. Waarom staat die datum op de graven van al die Ierse jongens van Lone Tree Cemetery, waar koeien stom maar vredig achter het muurtje grazen? 7 juni 1917. Wat is er die dag in hemelsnaam gebeurd hier? En wat heeft die vijver, keurig rond, ermee van doen? Spanbroekmolenkrater, zo heet ie. Krater? En zo kom je achter het verhaal van de Mijnenslag bij Mesen, de dag waarop de Britten negentien ondergrondse mijnen lieten springen. In het ene boek lees je dat het tot in Dublin te horen was. Het andere houdt het op Londen, maar wat doet het ertoe? Je hoort en voelt die oerknal nu nog.

En dan lees je ook waarom die Ierse jongens het niet hebben overleefd. Hun mijn ging onder de Duitse stellingen net iets te laat af, terwijl zijzelf wel keurig op de afgesproken tijd waren gaan rennen naar de vijand. Opgeblazen door eigen explosieven, liggen ze daar nu nog altijd op Lone Tree Cemetery.

Zo rol je erin. Zo laten ze je nooit meer los, die verhalen van 14-18.

Het is, denk ik, waar wat ik Geert Mak aan het begin van de tv-serie In Europa hoorde zeggen: nu ook in Nederland de generatie van de Tweede Wereldoorlog aan het uitsterven is, lukt het ons om langs die oorlog heen te kijken en zicht te krijgen op de Eerste Wereldoorlog. Die neutraliteit van ons hebben we lang volgehouden. Maar de onverschilligheid lijkt nu echt verdwenen. Er is in Nederland onmiskenbaar sprake van een groeiende interesse in de Eerste Wereldoorlog, een groeiend besef dat je de geschiedenis van ons tijdsgewricht niet kunt bevatten zonder de Grote Oorlog te kennen.

Natuurlijk, de verschillen met de Tweede Wereldoorlog zijn groot. De gruwelijke dimensie van de Holocaust kent de Eerste Wereldoorlog niet. Gruweldaden volop, maar niet de tamelijk succesvolle poging om langs industriële weg een heel volk uit te roeien.

De aantallen slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog zijn ook veel groter, niet alleen onder de soldaten, maar vooral ook onder burgers. In 1945 stond de teller in de buurt van 70 miljoen doden stil. In 1918 moet ie tussen de 18 en 19 miljoen halt hebben gehouden. In de Grote Oorlog viel van het totaal aantal slachtoffers ruim de helft op het slagveld. Slechts een op de drie doden van de Tweede Wereldoorlog was militair.

Wie over de Eerste Wereldoorlog leest en leest en leest, die blijft zich afvragen: waarom moest dit allemaal gebeuren? Maar de vervolgvraag is nog veel grotesker: waarom moest het opnieuw gebeuren, maar dan nog erger? De oorlog die in augustus 1914 overal bejubeld werd – in Berlijn, Londen, Parijs, Wenen en St. Petersburg ging een eind aan alle oorlogen maken. The war to end all wars. Maar de vrede na 14-18 was niet meer dan een beroerd voorspel van de volgende oorlog. Stom begonnen, stom gevoerd en stom beeindigd: zo mag je de Eerste Wereldoorlog gerust samenvatten.

De Eerste Wereldoorlog heeft een kloof in de tijd geslagen. Op de eerste plaats tekende de oorlog het leven van miljoenen en miljoenen individuen. Altijd iemands vader, altijd iemands kind, is een regel uit een prachtig lied van de West-Vlaamse zanger Willem Vermandere. Het handelt over het onbeschrijflijke leed in al die familiekringen. Maar de samenleving als geheel was ook uit haar lood geslagen. De miljoenen mannen die niet terugkeerden, of verminkt, of zwaar getraumatiseerd, gaven terrein prijs aan de vrouwen. Laat de maatschappelijk sterkere positie van vrouwen dan maar een positief gevolg zijn van de Grote Oorlog.

De krijgskunst werd door de Eerste Wereldoorlog herschreven. Tanks, vliegtuigen en duikboten kwamen in de militaire handboeken van voor de oorlog amper of helemaal niet voor, net zomin als chemische oorlogsvoering. Maar wat de Eerste Wereldoorlog bovenal blootlegde: het geschutter van de generaals met hun overjarige tactieken, die keer op keer vastliepen in het niemandsland tussen de loopgraven. Voor terreinwinst van wat tientallen meters werden zonder pardon duizenden soldaten in de gehaktmolen geperst. Vooral de Fransen blonken uit in het etaleren van elan: aanvallen tot je erbij neervalt. Maar ook een Britse generaal als Haig bleef maar vlees en bloed in zijn aanvalsplannen pompen.

Prikkeldraad en modder, dat is het beeld dat de Eerste Wereldoorlog bij ons oproept. In 1914 had de oorlog nog de trekken van een edel bedrijf, waarin ridderlijke echo’s doorklonken. Cavaleristen met sporen aan hun laarzen trokken ten aanval. De Fransen leken op de soldaten van Napoleon, met hun rode pantalons.

Hoe anders gingen de poilus, de harigen, er in hun loopgraven uit zien. Bij de Duitsers zie je na vier jaar geen pickelhauben meer, die mallotige punthelmen, waaronder dan ook nog zo’n martiale snor met pieken hoorde. Nee, voor dergelijke ijdelheid moest je bij het Frontschweinvan 1918 met zijn stalen helm niet meer zijn. Als een loutering hadden ze de oorlog in het begin gezien. Aan het einde wist iedereen hoe de oorlog er in werkelijkheid uitzag: als de hel van Dante.

Levens verwoest, samenlevingen ontwricht, alle kaarten opnieuw geschud. Het politieke landschap van Europa was in 1815 na Waterloo opgetrokken. Het was een eeuw lang nagenoeg onaangetast gebleven. Maar 14-18 haalde alles overhoop. De oorlog liet hele rijken achter op de mestvaalt van de historie – tsaar, sultan en keizer bovenop.

Het Ottomaanse Rijk, dat al lang als Zieke Man van Europa door het leven was gegaan, slonk ineen tot het Turkije dat wij nu kennen. Het Turkije dat zijn Europese aspiraties nog altijd frustreert door het onrecht niet te benoemen dat het Armeense volk in de Eerste Wereldoorlog is aangedaan. De echo van de Eerste Wereldoorlog reikt ver. Arabieren en Joden zijn er nog lang niet uit hoe ze het vacuüm dat de Ottomanen in het Midden-Oosten achterlieten vreedzaam moeten vullen.

Oostenrijk-Hongarije, de dubbel-monarchie, verdween voorgoed in de mist van de tijd. De etnische lappendeken waar de Habsburgers eeuwen onder hadden gelegen, werd verknipt tot verschillende naties, waaronder compleet nieuwe als Tsjecho-Slowakije en Joegoslavië.

En nadat de Duitse keizer met zijn staart tussen de benen naar Nederland was vertrokken, bleef een tot op het bot verdeelde natie achter, gegoten in een wankelende Weimar Republiek. De Dolkstootlegende ging al snel etteren. Duitsland had niet van de vijand verloren. Nee, het waren Duitsers zelf, roden en joden, die het rijk in de rug hadden aangevallen. Een leugen van een legende, die ene Adolf Hitler bekwaam zou gaan verzilveren.

Maar ook aan de kant van de overwinnaars waren de politieke gevolgen ingrijpend en onomkeerbaar. Frankrijk en Groot-Brittannie, ze hadden gewonnen, maar de prijs was te hoog voor ze geweest. De oorlog had de achilleshiel van beide koloniale machten genadeloos blootgelegd. Het mondiale overwicht van Europa was ten einde. De Amerikanen hadden het pleit beslecht. De Eerste Wereldoorlog is dus ook het eerste bedrijf van de Pax Americana, de Amerikaanse Vrede, waarvan wij misschien het einde aan het meemaken zijn, zoals we pas geleden nog maar de Tweede Wereld in elkaar hebben zien donderen. Dát verhaal, van het reëel bestaand socialisme, moet je ook beginnen in de Eerste Wereldoorlog. Want het is niet waarschijnlijk dat zonder die oorlog Lenin en zijn bolsjewieken van Rusland een Sovjet-Unie hadden weten te maken. Meer en meer zijn er historici die daarom de oorlog van 1914 pas laten eindigen in 1989, als de muur in Berlijn valt. Eerste Wereldoorlog, Tweede Wereldoorlog, Koude Oorlog – het is een historisch continuüm. Een verhaal dat zich alleen in onderlinge samenhang laat vertellen.

Het verhaal ook van totalitaire ideologieën, fascisme en communisme, die wortel wisten te schieten in de lijkenblubber van de Eerste Wereldoorlog. En dat terwijl het eind ervan nog zoveel hoop in zich had gedragen. Woodrow Wilson ging de wereld safe for democracy maken. Een mission impossible, zoals een eeuw later een Amerikaanse president aan zijn War on Terror ook een hels karwei heeft.

Op 28 juni 2008 start ik mijn 228-delige podcast onder de naam Veertien Achttien, de lange podcast over de Grote Oorlog. 28 juni is de dag waarop 94 jaar geleden – in Sarajevo Franz Ferdinand en zijn vrouw Sophie vermoord worden door Servische nationalisten: de lont in het kruitvat. Al heeft dat die dag niemand door.

De lange podcast over de Grote Oorlog moet eindigen op 11 november 2012. Met een vertraging van 94 jaar wil ik week voor week de Grote Oorlog navertellen. Verwacht geen nieuwe inzichten of verklaringen. Ik ben maar een amateur op historisch terrein. Mijn arbeidzame dagen breng ik door, met veel plezier trouwens, als coördinator van de streekredactie van het Brabants Dagblad.

Maar hopelijk laat die journalistieke achtergrond zich ook uitbetalen. Aan het alomvattende verhaal van de Eerste Wereldoorlog zou ik nooit durven te beginnen. Die poging is door diverse, eminente historici ook al gewaagd; de een met meer succes dan de ander. Wat ik wel wil en hopelijk ook kan: een nieuwe puzzel van de Eerste Wereldoorlog leggen in 228 stukjes.

Aanvankelijk was ik van plan om de tijdslijn van de oorlog aan te houden. Iedere week ging ik vertellen wat er de afgelopen dagen zoal voorgevallen was. Maar al snel vroeg ik me af of je wel vierenhalf jaar naar zo’n chronologische opsomming wilt luisteren. Dus koos ik voor een andere aanpak. Niet die van de data, of veldslagen, of politieke besluiten, maar van de mensen die er midden in zaten. Elke week zoek ik een voorval dat te koppelen valt aan een persoon uit de Eerste Wereldoorlog. Zo krijgt de oorlog iedere week een ander gezicht.

Als Franz Marc op 4 maart 1916 bij Verdun sneuvelt, kan ik vertellen over de kunst die het heeft afgelegd tegen de oorlog. Als op 9 oktober 1916 Sjowke en Towke Verheyen aan de dodendraad van de Belgisch-Nederlandse grens blijven hangen, wil ik wat vertellen over de prijs van neutraliteit. Als de Fransen op 15 oktober 1917 Mata Hari executeren, moet ik nog altijd speculeren over de schuld van die Nederlandse spionne, die zo lang onze enige connectie met de Grote Oorlog leek. Als Matthias Erzberger op 7 november 1918 de Duitse onderhandelingsdelegatie aanvoert, kan ik niet anders dan vrezen voor de gevolgen van de vrede.

De biografie, niet de chronologie, moet leidend zijn. Soms zijn de levens te groot voor een podcast van een minuut of tien. Wilhelm II, Churchill, Wilson: hoe ga ik die in hemelsnaam recht doen? Soms zal ik over de man of vrouw in kwestie zelf weinig te vertellen weten, maar krijg ik dankzij diegene wel kijk op een verrassend aspect van de Eerste Wereldoorlog. John Hunter, bijvoorbeeld, was zomaar een Australische jongen die op 26 september 1917 omkwam bij het Polygoonbos in West-Vlaanderen. Misschien dat op een schouw in Australie decennialang zijn portret heeft staan te vergelen, maar verder geraakte hij in de vergetelheid, Known Unto God, om negentig jaar alsnog gevonden en opgegraven te worden. De dodencultus van de Eerste Wereldoorlog die in onze tijd nog lang niet afgelopen is: dat is ook een verhaal.

Het is een monsterproject. Ik besef het. Ik weet niet hoeveel mensen met me mee gaan lopen. Ik hoop dat de stoet aan zal zwellen. Maar het is een tocht die ik op de eerste plaats voor mezelf loop. Ik wil meer begrijpen van deze monsterlijke geschiedenis, om waarschijnlijk als Socrates te eindigen: begrijpend dat hier niks van te begrijpen valt.

Ga ik het volbrengen? Wat staat er de komende tijd in mijn eigen leven te gebeuren? Hoe ontwikkelt het fenomeen van podcasten zich? Is dit een medium dat de toekomst heeft, in elk geval een toekomst van vierenhalf jaar? De afgelopen maanden heb ik al de nodige ervaring opgedaan met mijn podcast Sterke Geschiedenis, die dankzij de gratis hosting van Podplaza een bescheiden schare van trouwe luisteraars heeft getrokken. Maar nu volgt Veertien Achttien.

Ik begin aan mijn mars, die me moet voeren naar de moeder van Wilfred Owen, die op 11 november 1918, de laatste dag van de oorlog, te horen krijgt dat haar zoon gesneuveld is. Wilfred Owen, nota bene. Niemand die 14-18 in woorden zo dichtbij heeft weten te brengen als hij, Wilfred Owen, war poet. En dan op de laatste dag van de oorlog…

Naschrift: gaandeweg heb ik besloten om Veertien Achttien voort te zetten tot aan 28 juni 1919, de dag waarop, exact vijf jaar na de schoten in Sarajevo, de vrede van Versailles werd getekend.

3 thoughts on “Waarom Veertien Achttien?

  1. Dag Tom,

    Hoewel toch al enige tijd met het onderwerp 14-18 in de weer ben, ben ik pas kort geleden op jouw site terechtgekomen. Ik heb in de afgelopen jaren vele tientallen websites in binnen en buitenland de revue zien passeren. Een aantal is bijzonder, maar niet een komt in de buurt van http://www.veertienachttien.nl. Niet qua opzet, inhoud noch qua vorm en format.

    Mijn oprechte complimenten.

    Bob Latten

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s