Veertien Achttien: 261 verhalen uit de Eerste Wereldoorlog

 

Welkom bij ‘Veertien Achttien, 261 gezichten van de Grote Oorlog’

In 2009 begon Tom Tacken aan ‘Veertien Achttien’, een wekelijkse podcast over de Grote Oorlog. Vijf jaar, zolang als de Grote Oorlog duurde tussen de fatale schoten in Sarajevo en de fatale handtekeningen in Versailles, ging de serie beslaan. En nu zijn er dan ook de boeken. In vijf jaargangen zijn alle 261 verhalen van Veertien Achttien ondergebracht.

De serie of losse afleveringen bestellen? Klik hier.

Politici, kunstenaars, soldaten, vorsten, denkers, schrijvers, burgers – de daders en de slachtoffers, de ezels en de leeuwen, de schuldigen en de onschuldigen. Een keur aan karakters die – week in week uit – de Grote Oorlog vormden, kom je hier tegen.

Op de tijdlijn ‘De Eerste Wereldoorlog in 261 weken’ tref je het chronologisch overzicht aan van de belangrijkste ontwikkelingen in de oorlog. Steeds vormt die kroniek de opmaat naar een biografisch verhaal uit de Grote Oorlog. Samen vormen die 261 impressies een caleidoscopische kijk op het conflict dat de twintigste eeuw in hoge mate bepaalde.

Download inleiding tot Veertien Achttien (klik rechts en save)

Luisteren naar Veertien Achttien? Ook dat kan nog. Zestig luisteruren aan mp3-bestanden kan ik je via We Transfer mailen voor de prijs van 20 euro. Mail: veertienachttien@gmail.com of bel 06-51534728.

Een lezing over de Eerste Wereldoorlog? Veertien Achttien biedt stof genoeg! Neem gerust contact op om te kijken hoe mijn verhaal bij jouw publiek past. 

Veertien Achttien werd gesponsord door Stichting Studiecentrum Eerste Wereldoorlog (SSEW), Museum Romagne ’14-’18 en Vorm in Beeld.

 

Poster Veertien Achttien - 261 Gezichten van de Grote Oorlog (ontwerp Carla van Gisbergen)

 

050 Nicolaas Nicolajevitsj en de dood aan de Rivièra (zondag 6 juni 1915)

Aan het hoofd van het grootste leger dat de wereld ooit had gezien mocht Nicolaas Nicolajevitsj zich na het uitbreken van de oorlog positioneren. Maar de Russische stoomwals zou al snel haperen, waarna de grootvorst van zijn jongere neef, de tsaar, naar de Kaukasus kon vertrekken.

019 Maximilian von Spee en het Atlantisch familiegraf (1 november 1914)

 

 

‘De kleine kruisers telden geen verliezen en leden geen schade tijdens de slag. Op de Gneisenau waren twee mannen lichtgewond. De bemanning van het schip begon het gevecht enthousiast. Iedereen deed zijn plicht en speelde een rol in de overwinning.’

 

Zo besluit, bijna onderkoeld, Graf Maximilian von Spee zijn rapport over de Slag bij Coronel, voor de kust van Chili, op 1 november 1914. De Duitse zeeheld heeft zojuist een inktzwarte bladzijde toegevoegd aan de maritieme historie van de Britten: het is de eerste zeeslag in een eeuw tijd die ze verliezen. Maar Von Spee is er niet de man naar om triomf te kraaien. Zo merkt hij ook zijdelings op dat zijn mannen geen kans hebben gehad om Britten uit de woeste zee te redden. Het leek hem namelijk raadzamer zich gevechtsklaar te houden voor een nieuwe confrontatie.

 

De Hochseeflotte van de keizerlijke marine zal de oorlog lang veilig thuis blijven, op een enkel avontuur na. De zwaarste kruisers, speeltjes van de keizer, mogen niet verloren gaan. Duikboten vormen de oorlog lang de troef van de Duitse marine. Maar de eerste maanden van de oorlog kunnen de Duitsers ook aan de oppervlakte van de wereldzeeën wel degelijk een paar troeven uitspelen. Ze bevinden zich in de handen van de bekwame en ervaren vice-admiraal Maximilian von Spee, die de adellijke titel van graaf mag voeren. Als de Eerste Wereldoorlog op uitbreken staat, voert Von Spee het bevel over een flottielje aan schepen, met Duitslands Chinese kolonie Qingdao als thuisbasis. In de zomer van 1914 heeft Von Spee er nog Britse collega’s ontvangen op zijn vlaggenschip, de Scharnhorst. De officieren hebben samen gedineerd en de matrozen samen gesport. Ganz gemütlich.

 

Maar nog voor de moordaanslag op Franz Ferdinand heeft Von Spee besloten om uit te varen. Eind juli, als de oorlog met rassen schreden nadert, bevindt hij zich midden op de Grote Oceaan. De schepen van Von Spee gaan zich met succes toeleggen op het uitschakelen van commerciële en troepentransportschepen. Over het algemeen nemen ze daarbij de erecode in acht: opvarenden sparen als dat mogelijk is.

 

We hebben het over acht kapers, waarvan de naam voorafgegaan wordt door de letters SMS: Seiner Majestät Schiff. De twee zwaarste zijn de pantserkruisers Scharnhorst en Gneisenau, namen die verwijzen naar Pruisische generaals uit de tijd van Napoleon. Zes lichtere kruisers zijn dan weer naar Duitse steden vernoemd.  De SMS Königsberg zal de Afrikaanse Rufiji-delta in worden gedreven. De Britten sluiten de weg naar de vrije zee af om vele maanden later, juli 1915, de aanval op het schip in te zetten. De Duitse kapitein besluit de Königsberg op te blazen, maar neemt nog wel wat kanons mee voor de Duitse landtroepen in Oost-Afrika.

 

De SMS Leipzig ligt bij het uitbreken van de oorlog voor de westkust van Mexico, maar de kruiser weet zich te voegen bij het eskader van Von Spee. Met datzelfde doel is het zusterschip van de Leipzig, de Nürnberg, in augustus 1914 al weggevaren van Honolulu. Ook de Dresden gaat zich aan de zijde van Von Spee melden. Het Caribisch gebied is zijn domein geweest. Toen Amerika en Mexico slaags raakten, vlak voor de oorlog in Europa losbarstte, maakte de Dresden zich verdienstelijk door zowel Amerikanen als de verdreven Mexicaanse president te evacueren.

 

Ook de Karlsruhe heeft zich in het Caribisch gebied opgehouden. Maar deze kruiser zal zich aan het zicht van Von Spee onttrekken. Als de Karlsruhe bij Barbados weer wat koopvaardijschepen wil kelderen, klinkt een luide explosie. Met de munitie vooraan in het schip moet wat mis zijn gegaan, al kan het mengen van buitgemaakte smeerolie met petroleum ook desastreus uitgepakt hebben. Hoe dan ook, op 4 november 1914 is het schluss met de Karlsruhe.

 

Dan komen we bij de Emden, de kruiser van de galante kapitein Karl von Müller. Meer nog dan de Karlsruhe weet de Emden tal van geallieerde koopvaarders uit te schakelen, zij het in de Indische Oceaan. Von Müller heeft er de vrije hand van Von Spee gekregen. Als de Emden opduikt in de wateren rondom Nederlands-Indië wordt Von Müller door de Nederlanders gemaand zich zo snel mogelijk uit de voeten te maken. Von Müller glipt tussen Bali en Lombok door.

 

Het is een sluwe vos. Hij heeft een valse schoorsteen naast zijn drie echte rookpijpen geplaatst, zodat hij van op een afstand voor een Britse kruiser wordt aangezien. Franse, Japanse, Britse en Russische schepen maken lang tevergeefs jacht op Von Müller. Begin november kammen niet minder dan zestig schepen de Indische Oceaan af, op zoek naar de Emden. Von Müller neemt zich ondertussen voor om op een van de Cocoseilanden een telegraafstation uit te schakelen. Mannen van zijn Emden gaan aan land om die opdracht uit te voeren, maar een medewerker van de Eastern Telegraph Company heeft dan al het bericht van een vreemd oorlogsschip de wereld in gezonden. Het is de Australische kruiser Sydney die binnen drie uur ter plekke is om de Emden te langen leste te kortwieken.

 

Von Müller en zijn bemanning op het schip worden in gevangenschap overgebracht naar het eiland Malta. De manschappen die voor hun telegraafmissie aan land zijn gegaan, weten op een schoener te ontkomen om via het neutrale Nederlands-Indië en het vijandige Arabië in juni 1915 in Constantinopel aan te komen. Ze worden er als helden onthaald door de Turken. Von Müller wacht een bestaan als krijgsgevangene. Hij loopt malaria op, maar het zal hem vergund worden om in Nederland aan te sterken.

 

***

 

Terug nu naar Von Spee. Hij heeft via Samoa, Tahiti, de Markiezen en de Paaseilanden de Grote Oceaan overgestoken. Terwijl Japanners in die Stille Zuidzee her en der wat Duitse eilandjes oprollen, richt Von Spee zich op Franse bezittingen. Maar als hij vanaf de Paaseilanden een ongecodeerd signaal naar de kapiteins van zijn kruisers en bunkerschepen uitzendt, wordt dat ook in Zuid-Amerika opgevangen door Christoper Cradock.

 

De Britse admiraal besluit met enkele schepen – bepaald niet de snelste en modernste – koers te zetten naar het Chileense haventje van Coronel. Daar krijgt Von Spee op zijn beurt weet van. Buitengaats wacht hij, met de ondergaande zon in zijn rug, de Britse kruisers op. Het wordt geen slag, maar een slachting. Het is 1 november, Allerheiligen. De Monmouth en de Good Hope gaan, als silhouetten tegen het avondrood, met 1600 man aan boord naar beneden. De Glasgow en de Otranto ontkomen en weten de opstomende Canopus nog te waarschuwen.

 

Het debacle komt hard aan in Engeland. Prins Louis van Battenberg heeft vlak voor de ontluisterende nederlaag bij Coronel moeten wijken als First Sea Lord. Door zijn Duitse komaf was zijn positie onhoudbaar geworden. Als mosterd na de maaltijd zal hij in 1917 zijn naam Battenberg veranderen in Mountbatten, na ook nog even Battenhill te hebben overwogen.

 

Het is de 73-jarige Sir John Fisher die in zijn eerste werkweek als opvolger van Battenberg het dramatische nieuws van Coronel tot zich moet nemen. In samenspraak met Winston Churchill, die als First Lord of the Admiralty deel van de regering uitmaakt, neemt Fisher het besluit twee slagkruisers naar Von Spee te dirigeren. Het wordt voor de Inflexible en de Invincible zoeken naar een speld in een hooiberg, vrezen Churchill en Fisher, maar het geluk zal aan hun zijde zijn.

 

De Britse Falklandeilanden, de Malvinas voor Argentinië, heeft Von Spee als zijn volgend jachtterrein uitgekozen. Maar ook zijn tegenspeler, admiraal Doveton Sturdee, heeft besloten de Falklands aan te doen. Als hij met de Inflexible en Invincible aan het bunkeren is op 8 december 1914, ziet Sturdee tot zijn stomme verbazing de Duitse prooi naderen.

 

Nu zijn de rollen omgekeerd. Von Spee is niet rap genoeg om het gevecht te ontlopen. Zijn pantserkruisers Scharnhorst en Gneisenau zijn ook geen partij voor de slagkruisers Inflexible en Invincible – snel, wendbaar en zwaarbewapend als die zijn. Ook de twee lichte kruisers Nürnberg en Leipzig moeten eraan geloven. De Dresden ontkomt. Maar in maart 1915 zal het door een Brits eskader bij Chili alsnog op de staart worden getrapt. Na een driewerf hoera voor keizer en schip gaat ook deze kruiser dan naar de bodem. Saillant detail: in het Britse eskader houdt zich ook de Glasgow op, een overlevende van de Slag bij Coronel.

 

Bij de Falklandeilanden is aldus het doek gevallen voor de Duitse marine op volle zee. De oceanen zijn sowieso een zijtoneel van de Grote Oorlog gebleven. Zeker, de acht Duitse kapers waren lastig als horzels geweest, maar de 273.000 ton aan koopvaardijschepen die ze wisten uit te schakelen, maakten niet meer dan 2 procent van de Britse handelsvloot uit.

 

Von Spee is kopje onder gegaan met 2200 van zijn manschappen, onder wie ook zijn twee zonen Otto en Heinrich. Von Spee zelf is 53 jaar geworden. Zijn naam is in Duitse marinekringen in ere gehouden. In 1917 al werd begonnen met de bouw van een slagkruiser onder de naam Graf Spee. Maar die was niet op tijd klaar voor actie en zou na de wapenstilstand ook niet afgebouwd worden.

 

In 1934 wordt wel het pantserschip Admiral Graf Spee te water gelaten, maar al in 1939 zet de Britse marine dat schip bij Uruguay schaakmat. De kapitein ervan besluit zijn schip op te blazen. Later pleegt hij zelfmoord, nadat hij zich heeft gewikkeld in een vlag van de oude Kaiserliche Marine, kennelijk als protest tegen het naziregime. In 2004 werd begonnen met de berging van de Admiral Graf Spee. De bronzen adelaar van het schip kon, inclusief hakenkruis, gelicht worden.

 

De naam Von Spee is niet besmet, want in 1959 vernoemt de marine van de Bondsrepubliek Duitsland een trainingsfregat naar de zeegraaf uit de Eerste Wereldoorlog, wiens leven voerde van een Kopenhaagse wieg naar een Atlantisch familiegraf.

 

Von Spee had er na Coronel voor kunnen kiezen zich te verschuilen in de ‘blauwe woestijn’ die de Grote Oceaan is. Maar in zijn overwinningsroes ging hij voor de aanval. Of was het een heroïsche vorm van defaitisme? Twee dagen na Coronel vertrouwde Von Spee het volgende een vriend toe: ‘Ik kan Duitsland niet bereiken. Een andere veilige haven hebben we niet. Ik moet de zeeën van de wereld doorklieven en zoveel mogelijk schade aanrichten als mogelijk, totdat mijn munitie op is of een machtiger vijand erin slaagt me te vangen.’

 

Lang heeft die machtiger vijand niet op zich laten wachten.